Opdracht D

Zoals duidelijk is er veel veranderd vergeleken met hoe het was in de hiervoor beschreven stukjes, de boekdrukkunst is uitgegroeid tot een gigantische onderneming waarbij gehele boeken binnen een paar minuten gedrukt zijn, terwijl dat eerst meerdere maanden kostte. De emblemen uit de zeventiende eeuw worden nog altijd gebruikt om een status aan te geven en om de kijk op het leven te verduidelijken. De Tachtigers waren vol van zichzelf en van de wereld. Ze zagen overal positieve dingen in. De Tachtigers stelden zichzelf een sprookjeswereld voor, maar waren ook geïnteresseerd in de realistische wereld. Het taalgebruik van nu is heel anders. De drang om anders te zijn en om gehoord te worden is ook anders. In deze tijd hebben we facebook om de aandacht te trekken. Wij hebben daar geen Gids of ander tijdschrift meer voor nodig. De kinderliteratuur heeft ook een grote verandering gehad, ook al bestaat het doel om kinderen de basis dingen te laten leren door het gebruik van boeken zijn ze toch erg veranderd. Mede door het veel makkelijker printen van de boeken en dus ook van illustraties.

Opdracht C

1.    Zestiende eeuw: boekdrukkunst ->Boekdrukkunst, Rederijkers, Godsdienst
2.    Zeventiende eeuw: emblematiek ->Jacob cats, liefde en woord, combineren
3.    Achttiende eeuw: kinderliteratuur -> Opvoeding, Kindergedichten, Sara Burgerhart
4.    1880-1900: Tachtigers -> De Nieuwe Gids, de Tachtigers, Scheldkritieken
5.    Twintigste eeuw: nieuwe stromingen -> Paul van Ostaijen, stromingen, vernieuwingen            van de poëzie

Opdracht B: Zestiende Eeuw, boekdrukkunst

Zestiende eeuw: boekdrukkunst

Rond 1455 werd de boekdrukkunst uitgevonden door Gutenberg te Mainz. Hij was een ondernemer en opvoeder van het volk. Het systeem om boeken te drukken werkte niet perfect, het koste veel tijd omdat er uit een houtblok een pagina gesneden werd. In dit stuk hout werden de letters gegrafeerd en dan werd daar inkt in gedaan zodat wanneer het op papier gedrukt werd de tekst verscheen. Dit was vrij inefficiënt aangezien voor elke pagina van het boek een blok hout uitgesneden moest worden. Gutenberg te Mainz ontdekte hoe je uit losse loden letters een tekst kon zetten. Als je eenmaal de letters had, kon je snel een nieuwe pagina maken, en na het drukken kon je dezelfde letters opnieuw gebruiken. Gutenberg begon meteen groots: zijn eerste product was de bijbel, een monsterproject. Maar hij was niet alleen uitvinder, hij was ook een goede koopman: het drukken van boeken bleek lucratief en de nieuwe uitvinding werd snel nagevolgd. Pas na twintig jaar kwam deze techniek ook in Nederland, toen was Gutenberg al overleden. Ook in het Nederlands werd als eerste een bijbel gedrukt.

De uitvinding van het boeken drukken was erg belangrijk voor de hele wereld, mensen konden elkaars ervaringen lezen en ook werd er meer duidelijk over wat er nou allemaal was op de aarde.

In deze zelfde tijden kwamen er ook zogenoemde ‘Rederijkers’, dit waren mensen die erg van literatuur hielden en zich daar druk mee bezig hielden. Onder andere door het lezen van boeken en die teksten met een groep bespreken om verschillende opvattingen te ontdekken. Ook voor de Rederijkers was de uitvinding van de boekdrukkunst erg belangrijk, iedereen die wou kon aan boeken komen. Ook ontstond er meer variatie in boeken zodat er voor ieder wat wils was.

Een andere groep waarvoor de boekdrukkunst erg belangrijk was waren de gelovigen. In plaats van meerdere maanden over 1 boek te doen kon er nu in dezelfde tijd honderden exemplaren van hetzelfde boek gemaakt worden. Hierdoor was het mogelijk om de godsdienst sneller te laten verspreiden, mensen hoorden niet alleen de mooie verhalen uit de bijbel maar konden ze nu ook zelf lezen, leren begrijpen en een eigen opvatting erover krijgen.

In 1517 gebruikte Maarten Luther een drukpers om zijn kritische mening over de kerk te verspreiden. Iemand die hier fel tegen was is Anna Bijns, zij was een dichteres die haar hele leven in Antwerpen woonde en werkte. Ze schreef haar gedichten in de stijl van de rederijkers volledig tegen de uitspraken van Luther

Tegenwoordig bestaat de boekdrukkunst natuurlijk nog steeds maar een stuk geavanceerder. Ook is natuurlijk het internet er bij gekomen, een nog snellere manier om ideeën te verspreiden over heel de wereld. Het lijkt dus op de eerst boekdrukkunst maar dan een stuk geavanceerder en een stuk efficiënter!

Opdracht A: Beatrijs

Er was eens een meisje, typetje nerd, altijd goede cijfers en ze luistert braaf naar haar ouders. De leraren zouden wel 30 van zulke meisjes in de klas willen. Ze heette Trixy. Ook al is iedereen erg gelukkig met haar, zij is niet zo gelukkig met zichzelf. Ze is al sinds haar twaalfde jaar verliefd op een jongen uit haar dorpje en hij op haar. Toch is hij onbereikbaar. Dit brave meisje mag namelijk geen jongens liefhebben, of ze moet direct met hem trouwen. Aangezien ze pas 14 jaar is, is trouwen geen optie. Maar de liefde is te sterk en Trixy besluit om de regel van haar geloof te verbreken. Ze stuurt een whatsapp naar haar ‘crush’, die Joshua heet, of hij af kan spreken in het park. Hij kan helaas niet die dag, maar ze spreken af dat ze elkaar een week later in de bioscoop zullen meeten. Een week later, in de bioscoop, geeft Joshua een cadeau aan Trixy. Het is een zilveren ring van Buddha to Buddha, ze wilde de ring al zo lang! Die avond besluit ze om weg te lopen van huis. Haar ouders zijn er achter gekomen dat ze stiekem met een jongen weg was. Als haar ouders op bed liggen trekt ze alles wat met haar geloof te maken heeft uit en verzamelt ze op haar bed. Ook haar huissleutels laat ze achter. In haar nachtjapon sluipt ze naar buiten en in de tuin staat Joshua. Hij heeft dure merkkleding voor haar gekocht en meegebracht. Hij zegt dat hij genoeg geld heeft om voor hun beiden te zorgen. Met zijn scooter verlaten ze het dorp. De volgende dag rijden ze met de scooter door het bos heen en Joshua zegt dat hij met Trixy naar bed wilt. Trixy schrikt zich kapot en wordt kwaad. ‘Hoe kun je dat nou van me verlangen? Na één avond samen te hebben geslapen. Ik ben geen meisje die het met de eerste de beste in een bos doet!’ schreeuwt ze. ‘Oké, rustig maar, misschien wil ik te snel’ zegt Joshua en hij biedt zijn excuses aan. Trixy vergeeft hem. Ze rijden naar de stad en gaan naar huis. Zeven jaar lang wonen ze samen in de stad. Als Trixy 18 is krijgen ze hun eerste kind en twee jaar later nog een. Maar door de economische crisis kan Joshua hun gezin niet meer onderhouden. Hij vertrekt en laat zijn vrouw en kinderen alleen achter. Trixy is hulpeloos en heeft geen geld om voor haar kinderen te zorgen. Ze besluit om achter de ramen te gaan staan, het verdient goed en haar waardigheid is ze toch allang verloren. Ooit was ze een braaf meisje die het niet in het bos wilde doen. Moet je haar nou toch zien.. Elke avond bidt ze tot God, vragend om vergiffenis. Maar elke avond krijgt ze geen gehoor. Op een gegeven moment is ze het zat, ze walgt van zichzelf en wilt niet meer zo verder leven. Ze neemt haar kinderen mee en trekken het land door om op straat te gaan bedelen. Op een dag komen ze bij haar oude dorpje aan. Een paar straten verderop woont een oude weduwe, daar krijgen ze een paar nachten onderdak en mogen ze eten. Voorzichtig vraagt Trixy of de weduwe haar ouders kent en dat doet ze inderdaad. Ze vraagt hoe het met ze gaat en de weduwe vertelt dat het goed gaat. Niemand heeft dus gemerkt dat ik zo lang weggeweest ben, denkt Trixy verdrietig. Die avond besluit ze om toch weer te gaan bidden en ze wordt erg moe. In haar slaap krijgt ze een visioen van iemand die zegt dat ze terug moet gaan naar huis. Ze gelooft niks van wat ze ziet en vraagt diegene om nog eens 2 keer te verschijnen. Als dat zou gebeuren zou ze teruggaan naar waar ze vandaan komt. De boodschapper verschijnt 2 keer in haar slaap en één keer als ze wakker is. Trixy gelooft het en besluit om die avond terug te gaan. Haar kinderen laat ze achter bij de weduwe. De voordeur is nog open, op haar bed vindt ze al haar spullen op dezelfde plek als waar ze ze achterliet. Het lijkt alsof ze nooit is weggeweest. De volgende dag gaat ze naar de kerk omdat ze wil gaan biechten. De dominee vindt het verhaal zo bijzonder dat hij de kinderen ophaalt bij de weduwe. Hij belt gelijk de televisie en kranten op om het verhaal te vertellen. Hij belooft Trixy dat ze haar naam niet zullen noemen. De twee jongens gaan studeren en groeien zonder zorgen op.

Opdracht B: Twintigste Eeuw, nieuwe stromingen

Als we beginnen met de historische avant-garde, het modernisme en het expressionisme waren de belangrijkste vertegenwoordigers; de Brit George Tyrell en de Franse theologen Joseph Turmel en Alfred Firim Loisy van het modernisme. Van het expressionisme was de  kunstenaarsgroep van Die Brücke met de  architectuurstudenten Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel, Karl Schmidt-Rottluff en Fritz Bleyl. De opkomst van de nieuwe stromingen aan het begin van de twintigste eeuw had te maken met de verwarde  tijd die er heerste. Het dagelijkse leven veranderden ook door de snelle technologische ontwikkelingen. De Historische avant-garde ontstond mede doordat de auteurs vonden dat de nieuwe wereld ook om een nieuwe kunst vroeg.
Paul van Ostraijen een dichter die de poëzie wilde vernieuwen. Je kon het al meteen merken aan de manier van opschrijven. Hij begon met meer alinea’s en zijn gedichten waren vaak over kwetsbare situaties. Hij ging dieper in het onderwerp zelf en stelde zich kwetsbaar op.



De Avant-Gardenisten stelden zich een kunst voor die de straat op ging en het liefst ophield een gewone kunst te zijn. De dada-beweging ging hier ver in. Zij waren niet van de gedrukte boeken presenteren in plaats daarvan was er een ‘dadaïstische veldtocht’. Tijdens 1 van hun voorstellingen werd ‘de grootste malligheid’ uitgehaald een van hun vertegenwoordigers schreeuwt lustig voort in de zaal. Hij maakt de meest rare en vreemde geluiden, waarop hij veel reacties kreeg.
 
Het modernisme de verzamelnaam van de nieuwe stromingen in de twintigste eeuw. De schrijvers van het modernisme waren pessimistisch dit had ook zo zijn redenen. Het was namelijk zo dat het modernisme heel erg veel op de werkelijkheid leek, het was alleen niet altijd zo mooi verteld. De eerste indruk van de mensen was dan ook afschrikkend, maar uiteindelijk sloeg het toch aan bij het grote publiek. De modernistische schrijvers hadden dan ook een boodschap in hun romans. Zij wilde de tijd van veel onrust en spanning beschrijven. Er waren veel ontwikkelingen op dat moment, maar ook dreigde er een wereldoorlog aan te komen. Dit werd beschreven in de romans.

De gedichten met elkaar vergelijken

De gedichten van Paul van Ostarijen kan ik niet vergelijken met Tonnus Oosterhoff. Bij Tonnus Oosterhoff krijg je een ander beeld. Aan zijn gedichten zijn geluidsfragmenten toegevoegd, doordat krijg je al een ander beeld en gevoel. Daarnaast zijn, zijn teksten naar mijn mening anders dan die van Paul van Ostrarijen de boodschap wat achter zijn gedichten ligt is heel anders.

Opdracht B: Zeventiende Eeuw, emblematiek

Zeventiende eeuw: liefde in woord en beeld

Letterlijk betekent het embleem een afdruksel. Emblemen zijn activerende vormen van de literatuur. In Nederland werd emblematiek populair in de zeventiende eeuw daar gingen auteurs en beeldende kunstenaars met elkaar gingen samenwerken. Het werd ook populair omdat de teksten in het Nederlands werden vertaald mensen kregen er interesse in en wilde er meer over te weten komen.
Wanneer we spreken over de bekendste embleemschrijvers in Nederland komen al gauw de namen Peter Rubens en Jacob Cats tevoorschijn. Wat vaak opvalt is dat de emblemen gaan over de liefde, maar dit gaan meestal over de ongelukkige liefde. Een goed voorbeeld is het verhaal van de minnaar, Petrarca die dit mooie poezie gedicht had gemaakt.  De boodschap is echter in dit verhaal dat de minnaar niet moet opgeven en de vrouw niet te snel moet toegeven.
Een embleem bestond uit een tekst en een plaatje. Dit is omdat het woord en beeld worden gecombineerd. Het bestaat uit drie delen: een afbeelding, een 1regelige tekst en een langer onderschrift in poëzie of proza. Als lezer moet je deze drie combineren om het idee van de embleem te begrijpen.


    Mijn Embleem:










Verdriet
Verdrietig was ik niet
Maar vandaag weer wel
Huilend in een hoekje
Opzoek naar mezelf
Hoe zou ik mij morgen voelen
Niemand die het kan zeggen
De woorden die niks uit kunnen leggen


Opdracht B: Negentiende Eeuw, Tachtigers

Negentiende eeuw: Tachtigers
De Tachtigers richtten samen De Nieuwe Gids op, wat stond voor moderne literatuur. Het waren allemaal jonge kunstenaars die geweigerd werden voor de grote tijdschriften. Dus besloten ze om samen een tijdschrift op de richten, in geheel nieuwe stijl. De literatuur moest neutraal zijn. Met een nieuw tijdschrift wilden ze een nieuwe revolutie beginnen, met een nieuwe ‘taal’ (woordkunst).

Je kunt je wel voorstellen dat De Nieuwe Gids een belangrijk tijdschrift was. Het zorgde voor een nieuw tijdperk met nieuwe gedachtes en idealen. Ze zetten zich af tegen de ouderwetse generaties. Kunstenaars konden zich eindelijk uiten op de manier die ze wilden, zonder daarbij afgekraakt te worden. Het ging bij deze nieuwe kunstvorm alleen om de kunst, waar aan kunst alleen heb je genoeg.

Er waren 3 kunstenaars die de grote rol van vertegenwoordiger hadden. Dit waren Willem Kloos, Frederik van Eeden en Lodewijk van Deyssel. Willem Kloos was geen groot dichter. Hij heeft zijn naam te danken aan de oprichting van de Gids. Frederik van Eeden daarentegen was een meester-schrijver. Hij was een psychiater, dichter, schrijver en filosoof. Lodewijk van Deyssel begon al vroeg met schrijven. Zijn eerste gepubliceerde stuk kwam uit toen hij 17 jaar was.

De literatuur moest om alleen kunst gaan, dat was al genoeg. De alwetende verteller in romans, die ze gewend waren, werd afgeschaft. Zoals eerder gezegd moest een roman neutraal zijn. Ook op het gebied van taal werd het vernieuwd. Er kwam grove taal, spreektaal en woordkunst in de nieuwe literatuur.

Lodewijk van Deyssel had zijn bekendheid te danken aan zijn gedurfde teksten die hij plaatste in het tijdschrift van zijn vader. Zijn woorden leverde veel kritiek op. Als criticus heeft hij de scheldkritiek uitgevonden. Hij draaide er niet graag om heen, maar zei gewoon waar het naar zijn mening op stond, of dat nou goed of slecht was. Hij had als romancier een grote invloed, die steeds meer afnam, naar mate de tijd verstreek.

Van Deyssel vond de ideeën uit de negentiende eeuw maar ouderwets. Hij vond het alleen lastig om te bedenken hoe het dan wel moest. Eerst kon hij zich erg goed vinden in het naturalisme. Deze stroming is gericht op het realisme en een directe tegenreactie op de romantiek. Vervolgens ging hij zich op het symbolistisch mysticisme. Dit houdt in dat je al je gevoelens, indrukken e.d. op het papier zet. Je gaat na wat de betekenis achter een verhaal is. Iets heel anders dan het naturalisme dus.




Frederik van Eeden was een zeer getalenteerde schrijver. Hij heeft meegewerkt aan de oprichting van De Nieuwe Gids. Toch paste zijn verhalen eigenlijk niet bij De Nieuwe Gids. Van Eeden schreef sprookjesachtige verhalen over de natuur, waar hij veel vanaf wist. Maar onder die laag lag een heel andere betekenis van zijn woorden. Het ging hem namelijk om spiritualiteit en religie, wat in strijd staat met de ideeën van de Tachtigers.


Ik heb eens nagezocht op het internet of ik scheldkritiek kon vinden, maar ik denk dat dat toch echt kenmerkend is voor de 19e eeuw. Ik kon namelijk niks vinden dat leek op de kritiek zoals Lodewijk van Deyssel die gaf.

Opdracht B: Achttiende Eeuw, kinderliteratuur

Opvoeding en onderwijs

In de achttiende eeuw ontstonden veel nieuwe ideeën op het gebied van opvoeden. Terwijl het voorheen nog heel normaal was om kinderen te slaan, kwamen er nieuwe ideeën zoals ‘spelenderwijs leren’. Deze ideeën kwamen van de Engelse filosoof John Locke. Ook zijn er Duitse romans geschreven voor kinderen waarin kinderen heel anders opgevoed werden. Zo werd duidelijk gemaakt dat de manier van doen die toentertijd werd gebruikt, niet geschikt was. De ideeën waren er dus al, maar de uitvoering ervan kwam pas een tijd later. Heel langzaam kwam het Nederlandse onderwijssysteem op gang. Daarbij moet je niet denken aan leerplicht of examens zoals we dat nu kennen, maar aan het einde van de achttiende eeuw was er al veel verbeterd. Er kwamen speciale leerboeken voor kinderen en er werd een vereniging opgericht voor betere scholingen voor het hele volk, dus ook de armere kinderen. 

Vroeger werd er veel aandacht besteed aan opvoeding binnen de literatuur. Dat kwam omdat er in Nederland veel discussie was over hoe de kinderen het beste opgevoed konden worden. De kinderen lazen over ‘perfecte kinderen met veel kans van slagen’, in de hoop dat ze dat ook wilden zijn en daardoor nette burgers zouden worden.

Van Alphen was de eerste schrijver die echte kinderboeken schreef, in plaats van de sprookjes die voorheen geschreven werden. Kenmerkend aan zijn gedichten was dat er altijd een wijze les in zat. Het kwam door zijn boeken dat kinderliteratuur als een commercieel genre gezien werd.

Een ander kenmerk van Hieronymus van Alphen’s boeken was het realisme dat hij in zijn gedichten verwerkte. Hij schreef over alledaagse dingen, waarin ieder mens/ kind in de 18e eeuw zich kon herkennen. Van Alphen was een verlichte schrijver, hij probeerde overal iets positiefs in te zien, om dat vervolgens aan te passen aan de Nederlandse situaties.

Een van van Alphen’s gedichten was Het Kinderlyk Geluk

Ik ben een kind,
Van God bemind,
En tot geluk geschapen,
Zyn liefde is groot;
’k Heb speelgoed, kleedren, melk en brood,
Een wieg om in te slapen,

Ik leef gerust;
Ik leef met rust;
Ik weet nog van geen zorgen,
Van ’t speelen moe,
Sluit ik myn oogjes ’s avonds toe,
En slaap tot aan den morgen.
Geloofd zy God
Voor ’t ruin gedoe
Van zoveel gunstbewyzen
Mijn hart en mond,
Zal hem, in elken morgenstond,
En elken vroed pryzen.

Uit dit gedicht wordt duidelijk dat kinderen in die tijd erg christelijk opgevoed worden. Je moet dankbaar zijn voor alles wat je krijgt en daarbij God eren. Kinderen moeten beseffen dat ze een heel goed leven hebben en dat dat niet vanzelfsprekend is. Het verlichte denken komt in dit gedicht ook sterk terug. Het positieve van het leven staat centraal.


Sara Burgerhart
Uit de roman Sara Burgerhart komt dat een goede opvoeding noodzakelijk is om een geschikt en gehoorzaam kind te krijgen. Sara Burgerhart is een meisje die na de dood van haar ouders bij haar ouderwetse tante gaat wonen. Ze is het niet vaak eens met haar tante en neemt haar vaak in de maling. Op een dag is het de druppel en gaat ze naar een tehuis voor goed opgevoede meiden. Ze neemt zich voor om optimaal van haar leven te genieten en ook de vrijheid die daarbij komt kijken. Maar het gaat al gauw mis, omdat ze niet verantwoordelijk met haar vrijheid om kan gaan. Hieruit blijkt dat goede opvoeding vereist is voor kinderen.


Betje Wolff en Aagje Deken waren twee schrijvers die samen boeken schreven. Dit duo kon niet zonder elkaar. Er valt dan ook niet te achterhalen wie wat geschreven heeft in het boek Sara Burgerhart. Na de dood van hun mannen besloten de dames om samen te gaan wonen. Hun eerste succes was Economische liedjes. Daarmee wilden ze aan de arbeiders duidelijk maken dat ze goed bezig waren door hard te werken. Zo kwamen er nog velen romans die met maatschappelijke zaken te maken hebben. Denk aan opvoeding, religie e.d. Ze protesteerden vaak tegen politieke zaken, zo verhuisden ze naar Frankrijk, omdat ze het niet eens waren met hoe dingen gingen in Nederland.

Zoals ik eerder al zei: Sara Burgerhart gaat over een rebels meisje die haar vrijheid gaat ontdekken. Het boek is een briefroman, het bestaat dus uit brieven die de personages naar elkaar schrijven. Misschien wel het belangrijkste aspect is dat het boek je aan het denken zet. Over alledaagse zaken, maar ook over de grote lessen in het leven. Het verhaal is natuurlijk ontzettend overdreven, maar er komen wel veel zaken in voor die elke dag van belang zijn, zoals opvoeding. Opvoeding is overigens ook een belangrijk thema van de tijd van de verlichting.

Een ander verlicht thema is de verhouding tussen de man en de vrouw. Voorheen was de vrouw natuurlijk minderwaardig, de man had de broek aan in huis. Maar zoals Betje Wolff en Aagje Deken het omschreven in Sara Burgerhart was dat niet het geval. Het gaat over een stout meisje, terwijl meisjes eigenlijk geen recht hadden om zich niet aan de regels te houden. Ze moesten luisteren naar hun ouders en leren hoe ze moesten huishouden. Natuurlijk was dit een punt van kritiek van vele mensen, maar de dames lieten zich niet tegenhouden en gingen gewoon door met schrijven.


Sara Burgerhart is een meisje dat achteraf pas nadenkt, wanneer het al te laat is. Op een dag gaat het echt mis, ze gaat mee met een gevaarlijke jongen, rokkenjager R. Ze weet dat het niet slim is, maar toch doet ze het. Ze wordt bijna verkracht door R., maar kan op het laatste moment nog ontsnappen. Dit is een leermoment in het leven van Sara. Ze weet dat ze te ver is gegaan. Door dit besef komt het toch nog goed met haar. Betje en Aagje proberen hiermee duidelijk te maken dat ze een goede opvoeding nodig heeft, waarmee ouders haar vertellen wat goed en wat slecht is.

En dat is precies wat ik ook ga doen. Ik ga Sara een brief schrijven met adviezen!

Lieve Sara,
Ga toch eens bij jezelf na, waar ben je nou eigenlijk mee bezig? Je doet alleen maar waar je zelf zin in hebt en hebt je tante in de steek gelaten. Het arme mens probeerde je alleen wat bij te brengen! En nu dat je weg bent, draait het alleen nog maar om jou. Laat thuis komen, met jongens meegaan terwijl het al donker is.. Denk toch eens na, meid. Je weet toch dat je beter kunt dan dit! Vroeger toen je een klein meisje was, heb je je ook goed kunnen gedragen. Besef dat als je hiermee doorgaat, je uiteindelijk alleen staat. Als ik jou was, zou ik terug gaan naar je tante. Ze is al oud en je moet voor haar zorgen. Zij heeft al die tijd voor jou gezorgd, maar nu is het jouw beurt! Waarschijnlijk verscheur je deze brief al bij ontvangst, maar ik wil je alleen helpen. Zie dit niet als kritiek, want ik zeg dit voor jou! En weet dat je er niet alleen voor staat. Word weer zoals vroeger, Saar. Alleen dan zal ik er voor je zijn als je me nodig hebt, of als je je tante wilt ontvluchten. Ik smeek het je, kom terug..
Liefs van je vriendin.