Zestiende
eeuw: boekdrukkunst
Rond
1455 werd de boekdrukkunst uitgevonden door Gutenberg te Mainz. Hij was een ondernemer
en opvoeder van het volk. Het systeem om boeken te drukken werkte niet perfect,
het koste veel tijd omdat er uit een houtblok een pagina gesneden werd. In dit
stuk hout werden de letters gegrafeerd en dan werd daar inkt in gedaan zodat
wanneer het op papier gedrukt werd de tekst verscheen. Dit was vrij inefficiënt
aangezien voor elke pagina van het boek een blok hout uitgesneden moest worden.
Gutenberg te Mainz ontdekte hoe je uit losse loden letters een tekst kon
zetten. Als je eenmaal de letters had, kon je snel een nieuwe pagina maken, en
na het drukken kon je dezelfde letters opnieuw gebruiken. Gutenberg begon
meteen groots: zijn eerste product was de bijbel, een monsterproject. Maar hij
was niet alleen uitvinder, hij was ook een goede koopman: het drukken van
boeken bleek lucratief en de nieuwe uitvinding werd snel nagevolgd. Pas na
twintig jaar kwam deze techniek ook in Nederland, toen was Gutenberg al
overleden. Ook in het Nederlands werd als eerste een bijbel gedrukt.
De
uitvinding van het boeken drukken was erg belangrijk voor de hele wereld,
mensen konden elkaars ervaringen lezen en ook werd er meer duidelijk over wat
er nou allemaal was op de aarde.
In
deze zelfde tijden kwamen er ook zogenoemde ‘Rederijkers’, dit waren mensen die
erg van literatuur hielden en zich daar druk mee bezig hielden. Onder andere
door het lezen van boeken en die teksten met een groep bespreken om
verschillende opvattingen te ontdekken. Ook voor de Rederijkers was de
uitvinding van de boekdrukkunst erg belangrijk, iedereen die wou kon aan boeken
komen. Ook ontstond er meer variatie in boeken zodat er voor ieder wat wils
was.
Een
andere groep waarvoor de boekdrukkunst erg belangrijk was waren de gelovigen. In
plaats van meerdere maanden over 1 boek te doen kon er nu in dezelfde tijd
honderden exemplaren van hetzelfde boek gemaakt worden. Hierdoor was het
mogelijk om de godsdienst sneller te laten verspreiden, mensen hoorden niet
alleen de mooie verhalen uit de bijbel maar konden ze nu ook zelf lezen, leren
begrijpen en een eigen opvatting erover krijgen.
In
1517 gebruikte Maarten Luther een drukpers om zijn kritische mening over de
kerk te verspreiden. Iemand die hier fel tegen was is Anna Bijns, zij was een
dichteres die haar hele leven in Antwerpen woonde en werkte. Ze schreef haar
gedichten in de stijl van de rederijkers volledig tegen de uitspraken van
Luther
Tegenwoordig
bestaat de boekdrukkunst natuurlijk nog steeds maar een stuk geavanceerder. Ook
is natuurlijk het internet er bij gekomen, een nog snellere manier om ideeën te
verspreiden over heel de wereld. Het lijkt dus op de eerst boekdrukkunst maar
dan een stuk geavanceerder en een stuk efficiënter!