Opdracht A: Beatrijs

Er was eens een meisje, typetje nerd, altijd goede cijfers en ze luistert braaf naar haar ouders. De leraren zouden wel 30 van zulke meisjes in de klas willen. Ze heette Trixy. Ook al is iedereen erg gelukkig met haar, zij is niet zo gelukkig met zichzelf. Ze is al sinds haar twaalfde jaar verliefd op een jongen uit haar dorpje en hij op haar. Toch is hij onbereikbaar. Dit brave meisje mag namelijk geen jongens liefhebben, of ze moet direct met hem trouwen. Aangezien ze pas 14 jaar is, is trouwen geen optie. Maar de liefde is te sterk en Trixy besluit om de regel van haar geloof te verbreken. Ze stuurt een whatsapp naar haar ‘crush’, die Joshua heet, of hij af kan spreken in het park. Hij kan helaas niet die dag, maar ze spreken af dat ze elkaar een week later in de bioscoop zullen meeten. Een week later, in de bioscoop, geeft Joshua een cadeau aan Trixy. Het is een zilveren ring van Buddha to Buddha, ze wilde de ring al zo lang! Die avond besluit ze om weg te lopen van huis. Haar ouders zijn er achter gekomen dat ze stiekem met een jongen weg was. Als haar ouders op bed liggen trekt ze alles wat met haar geloof te maken heeft uit en verzamelt ze op haar bed. Ook haar huissleutels laat ze achter. In haar nachtjapon sluipt ze naar buiten en in de tuin staat Joshua. Hij heeft dure merkkleding voor haar gekocht en meegebracht. Hij zegt dat hij genoeg geld heeft om voor hun beiden te zorgen. Met zijn scooter verlaten ze het dorp. De volgende dag rijden ze met de scooter door het bos heen en Joshua zegt dat hij met Trixy naar bed wilt. Trixy schrikt zich kapot en wordt kwaad. ‘Hoe kun je dat nou van me verlangen? Na één avond samen te hebben geslapen. Ik ben geen meisje die het met de eerste de beste in een bos doet!’ schreeuwt ze. ‘Oké, rustig maar, misschien wil ik te snel’ zegt Joshua en hij biedt zijn excuses aan. Trixy vergeeft hem. Ze rijden naar de stad en gaan naar huis. Zeven jaar lang wonen ze samen in de stad. Als Trixy 18 is krijgen ze hun eerste kind en twee jaar later nog een. Maar door de economische crisis kan Joshua hun gezin niet meer onderhouden. Hij vertrekt en laat zijn vrouw en kinderen alleen achter. Trixy is hulpeloos en heeft geen geld om voor haar kinderen te zorgen. Ze besluit om achter de ramen te gaan staan, het verdient goed en haar waardigheid is ze toch allang verloren. Ooit was ze een braaf meisje die het niet in het bos wilde doen. Moet je haar nou toch zien.. Elke avond bidt ze tot God, vragend om vergiffenis. Maar elke avond krijgt ze geen gehoor. Op een gegeven moment is ze het zat, ze walgt van zichzelf en wilt niet meer zo verder leven. Ze neemt haar kinderen mee en trekken het land door om op straat te gaan bedelen. Op een dag komen ze bij haar oude dorpje aan. Een paar straten verderop woont een oude weduwe, daar krijgen ze een paar nachten onderdak en mogen ze eten. Voorzichtig vraagt Trixy of de weduwe haar ouders kent en dat doet ze inderdaad. Ze vraagt hoe het met ze gaat en de weduwe vertelt dat het goed gaat. Niemand heeft dus gemerkt dat ik zo lang weggeweest ben, denkt Trixy verdrietig. Die avond besluit ze om toch weer te gaan bidden en ze wordt erg moe. In haar slaap krijgt ze een visioen van iemand die zegt dat ze terug moet gaan naar huis. Ze gelooft niks van wat ze ziet en vraagt diegene om nog eens 2 keer te verschijnen. Als dat zou gebeuren zou ze teruggaan naar waar ze vandaan komt. De boodschapper verschijnt 2 keer in haar slaap en één keer als ze wakker is. Trixy gelooft het en besluit om die avond terug te gaan. Haar kinderen laat ze achter bij de weduwe. De voordeur is nog open, op haar bed vindt ze al haar spullen op dezelfde plek als waar ze ze achterliet. Het lijkt alsof ze nooit is weggeweest. De volgende dag gaat ze naar de kerk omdat ze wil gaan biechten. De dominee vindt het verhaal zo bijzonder dat hij de kinderen ophaalt bij de weduwe. Hij belt gelijk de televisie en kranten op om het verhaal te vertellen. Hij belooft Trixy dat ze haar naam niet zullen noemen. De twee jongens gaan studeren en groeien zonder zorgen op.